Damesch, mijne Heeren,

Algemene Ledenvergadering Vereniging Oud-Skadi, 10 oktober 2025
Een paar maanden geleden vroeg Imke me of ik iets wilde vertellen over de Varsity 1992 ter opluistering van de VOS ALV op 10 oktober.
Ik heb even over de vraag moeten nadenken. Hoe relevant is een verhaal over die specifieke wedstrijd, met die specifieke ploeg, nou eigenlijk nog het huidige tijdsgewricht. Wat is er zo speciaal aan onze Varsity dat er vanavond iets over gezegd moet worden? Toen ik daarover uit was, heb ik Imke laten weten graag iets te komen vertellen, en daar staan we dan.
Wat mij betreft gaat de Varsity 1992 over doelen en idealen. Als je jong bent, ligt de wereld aan je voeten, vrij naar Barbapapa: Studenten kunnen wat ze willen worden.
Ikzelf had toen ik na mijn eindexamen naar Rotterdam kwam, een paar heldere doelen: Ik had twee eindexamencadeaus gekregen, een ouder-kind abonnement op NRC Handelsblad en een Apple Macintosh computer. Mijn doel was om na mijn studie bij één van die bedrijven te gaan werken. Mooie merken, tomeloze ambitie.
En mijn roeiambitie begon ook na mijn eindexamen, toen Peter Rombouts, de vader van een vriendje van me ons wegbracht naar een vakantieadres. Peter won in 1963, met op slag de illustere Jan Maurits de Jonge, de Varsity voor Njord.
Ze lieten daar toen de Olympische Spelen voor schieten want, aldus Peter, er zijn meer Olympisch Kampioenen dan Oude Vier winnaars. Hij vertelde ons een groot deel van de reis over roeien, Njord en de Varsity, en toen we ergens in
Denemarken aankwamen wist ik dat ik Oude Vier wilde gaan roeien. Dat was een zekerheid, over winnen durfde ik alleen maar te dromen. Peter Rombouts is overigens nu bijna 90 en roeit nog bij ’t Galjoen in Breukelen. Hij was onze Denemarken-reis ook niet vergeten, ik kreeg na onze overwinning een mooi briefje van hem.
Voor de jonge leden aanwezig: Een brief is een dun velletje dode bomen waarop je met een pen een bericht kan schrijven. Dat stop je dat dan in een soort gevouwen omhulsel, en daar plak je dan een ander stukje papier van waarde op, een zogenaamde postzegel. Die fragiele combinatie gooi je dan op de openbare weg in een rode doos met een opening erin. En op wonderbaarlijke wijze wordt het dan afgeleverd op een adres dat je eveneens met een pen op de buitenkant van het omhulsel hebt geschreven.
Aangekomen in Rotterdam werd ik dus lid van Skadi. Het ging toen uitstekend met de Vereniging, goed en wel door de kinderziekten van de fusies met Hades en Phecda heen. Het lustrum Liever Blauw dan Groen was achter de rug, de Varsity was gewonnen in 1981, natuurlijk in een baanrecord, en eerstejaars ploegen en elite roeiers trokken al jarenlang veel blikken. Topsport en breedtesport op Skadi vierden hoogtij.
Een heel klassiek begin voor mij dus in goede eerstejaars Lichte Acht, daarna een goede tweedejaars acht, een nog betere derdejaars 4- en daarna allerlei uitstapjes in combinatieploegen, bondsploegen, etcetera.
Én natuurlijk de Varsity starten. In mijn eerste jaar in 1985 ging de wedstrijd niet door wegens storm, maar in het tweede jaar wonnen we met vele lengtes het Lichte Overgangsveld - ik weet niet precies hoe dat nu heet. Daarna in allerlei nummers nog meer zilveren Varsity blikken getrokken, tot we in 1988 Oude Vier starten met Joep van de Kerkhof, Hans Binnenkamp, Mark Bloem en Jeroen Maas. We roeiden in de legendarische race waarin Okeanos won, en voor het eerst alle Nederlandse toproeiers weer mochten starten van de K.N.R.B..
Daarna even geen Oude Vier meer voor mij, er waren goede ploegen met relatief jonge kerels die tot en met 1990 de eer voor Rotterdam hooghielden. En 1991 waren Koos Maasdijk, Pieter Wiltenburg en Constantijn van Rietschoten lid geworden en ontstond de eerste Oude Vier sinds jaren die weer echt kans maakte op blik. Hugo Koppelaars completeerde het kwartet en gestuurd door Marc Overman, werden ze in 1991 tweede na een bloedstollende race.
1992 was dan het jaar dat het moest gebeuren. Er werd een heus selectie-achtig circuitje in elkaar gezet. Met de Oude Vier van het jaar daarvoor, aangevuld met Finn Zwager en mijzelf. Finn is een oersterke blonde reus, woonde op De Blom en een ongelofelijk aardige vent. We hadden gedurende de trainingen die we met het groepje vaak in skiffs deden heel veel plezier.
Maar het ging natuurlijk om een plek in de Oude Vier. Hugo, Pieter en Koos waren zeker van hun plek, en voor Constantijn, Finn en mijzelf was het best spannend. Uiteindelijk hakten Hans Lycklama en Hans Pieterman, - bekend als slag respectievelijk coach van de winnende Oude Vier 1981, de knoop door. Ik zat in de ploeg, op boeg. Er zijn stemmen die beweren dat dat was om het gewicht van onze stuurman Marc Overman te compenseren, maar de echte reden is ingewikkelder en minder bekend:
Koos was in dat jaar volop aan het trainen in de Nederlandse Dubbelvier voor de Olympische Spelen, hij was al gekwalificeerd. En Hugo en Pieter trainden als 2- om selectie voor de OS af te dwingen. Er kon dus heel weinig worden geroeid in de Oude Vier. Ik denk dat we - na de selectie - op z’n hoogst 15 keer in de definitieve opstelling hebben gevaren.
Gegeven die beperking was het prettig als er een vierde roeier meedipte die technisch gemakkelijk kon instappen en individueel kon trainen als Koos, Pieter en Hugo met hun projecten bezig waren. Die roeier was ik dus. Ik kon lekker skiffen als Hugo en Pieter tweezonderden en Koos op de Bosbaan was. En met een tijd van 6:09:38 op een 2k Bondstest, was ik al jaren de snelste lichte roeier op de C2 ergometer ;-)
Dit klinkt alsof we de Oude Vier er maar een beetje bij deden. Maar niets is minder waar. Tot en met 19 april stond voor ons alles wat we deden in het teken van de Varsity: Zoals altijd, bij iedere Oude Vier die de Varsity wint. Het hele verhaal van de wedstrijd, het nieuwe baanrecord, de snelste Oude Vier allertijden ooit ter wereld, de laatste Oude Vier overwinning met Macon-bladen, zijn leuke weetjes, maar misschien nu niet per se super interessant. Iedere winnende Oude Vier heeft zijn unieke voorbereiding, ieder jaar weer.
Wat een eigenlijk veel leuker verhaal is om te vertellen, is dat we met de ploeg,
het jaar erna, inmiddels samen met Jeroen Maas als stuurman, een Cabaretvoorstelling maakten ter gelegenheid van het 13e lustrum van de vereniging. Als ik daaraan terugdenk, is dat het beste stukje Rotterdamse sportcultuur dat aller tijden ooit ter wereld in de stad is opgevoerd.
Het was een creatief hoogstandje met dubbele bodems, A, B, en C grappen, de laatste categorie snapten alleen wijzelf. En er liepen een paar verhaallijnen door elkaar, maar de rode draad was een thema dat onze Oude Vier bond en nog steeds bindt: Een helder doel én heer en meester zijn over je eigen lot.
Voor ons was de Varsity in 1992 zo’n doel. En we bepaalden met ons team, Hans Lycklama, Hans Pieterman, Joost Baartmans, Koos, Pieter, Hugo en Marc, zélf de atypische route daarnaartoe. In het cabaret probeerden we dat gevoel over te brengen op Skadi.
Niets is immers leuker dan het hebben van een doel, het nastreven van een ideaal. En vervolgens alle keuzes die je maakt, maken in het licht van het bereiken daarvan. Of dat doel nou werken bij Apple of NRC is, of het winnen van de Varsity.
En natuurlijk kan je doelen niet altijd via een rechte lijn bereiken. Je moet wel eens meanderen, als je maar zorgt dat je altijd terugkeert naar het pad dat leidt naar het resultaat dat je nastreeft: Niet om als vee te leven schiep men u, maar om te reiken naar het hoogste en het beste. Dat was de slotzin van het cabaret, en de enige zin die we niet zelf hoefden te bedenken.
Wat is nu de bottomline, die ik vandaag wil meegeven: Dat Skadi, net als onze Oude Vier, als sportvereniging, zou moet reiken naar het hoogste en het beste het licht van haar doelstelling, in dit geval ‘Het bevorderen van de Studentenroeisport in Rotterdam’
Schrijf ambities, doelen, idealen op, hang ze boven de deur, maak ze deel van de cultuur. En gebruik alle middelen en hulp die je kan krijgen om die doelen te bereiken.
Hulp vragen is een kwestie van lef. Je moet toegeven dat anderen dingen misschien beter weten dan jijzelf. Je eigen mening, ideeën ter discussie stellen. In mijn NRC-tijd bedacht onze copywriter Jaap Toorenaar, de slogan, en sindsdien mijn lijfspreuk: ‘Wie nooit van mening is veranderd, heeft zelden iets geleerd’.
Iedere Olympisch- of Wereldkampioen heeft vandaag hulp, om beter te worden dan ‘ie gisteren was, de coach, de trainer. Hulp is er niet voor niets: De sporter heeft talent, kracht en stamina. Een trainer, coach, heeft ervaring, kennis, tijd, en visie. De combinatie leidt tot succes.
Voor Skadi, haar besturen en individuele bestuurders geldt in feite hetzelfde. Zij hebben talent, kracht, ambitie en uithoudingsvermogen. Oud-Skadi heeft ervaring, kennis, tijd, o ja en natuurlijk gelukkig ook doekoes ;-)
Het is geen schande als Skadi aan Oud-Skadi hulp, advies, toezicht, richting vraagt, of als Oud-Skadi hulp advies, toezicht en guidance aanbiedt. De Vereniging wordt bijna 100 jaar. We moeten ons collectieve geheugen veel beter gebruiken om morgen beter te worden dan we gisteren waren.
Het is belangrijk om lessen te trekken uit het verleden, op Skadi, in Rotterdam, in Nederland en op de wereld. Om nu niet met Barbapapa maar met Willem Bilderdijk (dichter, wetenschapper, tegenwoordig vooral bekend van de gelijknamige straat in Spangen) te spreken: ‘In het verleden ligt het heden, in het nu wat worden zal’.
Ik vind dat Skadi véél meer inhoudelijke hulp moet vragen en interactie moet hebben met Oud-Skadi en oud-leden. Ik vind dat Oud-Skadi zich véél nadrukkelijker en geïnstitutionaliseerd, moet positioneren als adviseur op allerlei vlakken in het kader van de continuïteit van de Vereniging en haar doelstellingen.
En aldus Skadi en haar bestuurders te faciliteren in het reiken naar het hoogste en het beste voor de Studentenroeisport in Rotterdam en dus voor Skadi.
Op de Grote Godin!
GJO 10 oktober ’25
Vereniging Oud Skadi
Noorderkanaalweg 20-22
3037 AV Rotterdam
T: +31 10 4656333
E: secretaris@oudskadi.nl
B: NL16INGB0002689736
KVK: 856621250